We plannen onze dag. Tomek, Ania en ik willen graag nog een wandeling maken, Patricia zal even meewandelen en dan teruggaan voor een rustig dagje in de schaduw en een kortere wandeling. De kaart in de lobby wordt opnieuw geraadpleegd en de keuze is al snel gemaakt: bij een van de dorpjes staat tussen haakjes "very nice". Meer hebben we niet nodig. Gewapend met anderhalve liter water per persoon, koekjes en drie nieuwe ananassen vertrekken we. Het is een warme dag en om te beginnen moeten we uit de vallei van Dong Van klimmen. Gelukkig is de weg niet steil. We passeren een begraafplaats en er zijn een aantal mooie uitzichtpunten op de vallei, maar we voelen nu al dat het een warme dag wordt. Patricia leent mijn hoed en keert even later terug. Kort daarna bereiken wij de eerste pas en dus ook de volgende vallei. Het uitzicht is geweldig en er zijn geen andere mensen in zicht. We wandelen verder en er is weinig schaduw, dus het wordt erg heet. We pauzeren onder een steile ietwat overhangende rots. Het is de eerste schaduw in een half uur en de zon staat erg hoog nu. Terwijl we uitrusten vermengt het gehuil van een hond zich met het constante geluid van de krekels. Hitchcock lijkt niet ver weg. We wandelen nog een eind verder en komen langs enkele dorpen. Weinig schaduw en geen winkeltjes. Na een tijdje worden Ania en ik wat zenuwachtig. Is dit de juiste weg? De dorpjes hebben wel naamborden, maar er staan vaak twee of drie namen op en niet alle namen staan op onze kaart. Richtingaanwijzers zijn natuurlijk onbestaande. Wie zou ze hier nodig hebben? Tomek verzekert ons met een blik op zijn kompas dat de richting juist lijkt. De weg is echter al lang een pad geworden en nu lijkt ook dat pad langzaam te veranderen in een hoop stenen. Ik heb ondertussen mijn paraplu opengedaan om me tegen de felle zon te beschermen, Ania draagt een doek op haar hoofd en Tomek heeft een paar witte vlekken achter zijn oren van de dikke laag zonnecreme. Wanneer we de weg vragen aan een groepje vrouwen op het veld, lachen ze ons uit terwijl ze het pad aanwijzen dat we zouden moeten nemen. Wij hebben het te warm en zijn te onzeker om het grappig te vinden. Gelukkig herhalen twee andere groepjes daarna hetzelfde gebaar.
Ondertussen zijn de valleien alleen maar mooier geworden. De vormen van het gebergte lijken verzonnen door een tekenaar, na het laatste dorp (en in de vierde vallei) stijgt er een drakentandberg op vanuit het diepste en breedste punt. Eindelijk kan ik mijn paraplu even laten zakken. Maar ons water is bijna op en ons eten al helemaal. We moeten nu echt op de terugweg zijn. Even later belanden we op een verharde weg. De weg stijgt in kronkels naarboven. Serpentina noemt Tomek het als ik me goed herinner. De vallei ziet er achter de drakentandberg nog spectaculairder uit, met rijstvelden en een diepe ronde inzinking in het midden. In contrast met dit prachtige landschap, ligt er vijf minuten later een gigantische vuilnisbelt langs de weg, die op verschillende plaatsen in brand staat. De insecten zoemen en het ruikt sterk naar verbrand plastiek. Naast de laatste vuilnisberg staat een huis. Waarschijnlijk woont hier een familie die vuil verzamelt in de straten van Dong Van. Vuilnisruimers krijgen geld per verzamelde kilo heb ik gehoord, al vraag ik me af hoe het systeem exact werkt nu ik deze afvalbergen zie. Wie betaalt hiervoor? In de stad werden plastiek flessen gescheiden van ander afval, hier zie ik ze toch weer opduiken tussen het andere vuil.
(niet een van onze foto's, maar wel representatief voor de eerste valleien)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten