Aangekomen in Sapa wilde ik die eerste dag vooral rust. Nadat ik een hotelkamer had gevonden kocht ik een paar mini-ananasjes (God, de ananassen zijn hier heerlijk) en ging met een boek aan het stadsmeertje zitten. Twee uur later was ik helemaal uitgerust en wilde ik een korte wandeling maken door het stadje zelf. Ik wandelde door de erg toeristische straten en was dit al snel beu dus toen ik een klein straatje zag dat steil naar beneden liep was ik geinteresseerd. Ik hoopte misschien op een plek terecht te komen waar ik een uitzicht had op de vallei onder ons. Het straatje bleek echter algauw vooral naar huizen te leiden van de lokale bevolking, inclusief hun groentetuintjes en enkele kleine rijstterrasjes. Er was momenteel geen rijst, maar iets anders dat ik niet veel later - en op eerder onaangename wijze - als waterkers heb geidentificeerd. Toch zag ik onder deze huizen en velden een weg dus ik was ervan overtuigd dat er wel ergens een pad naar beneden zou leiden. Voor ik het wist zat ik tussen de terrasjes en leek er geen weg terug. Het werd bovendien steeds glibberiger en vochtiger naargelang ik dichterbij de weg kwam en natuurlijk ben ik op een bepaald moment uitgegleden, recht de waterkers in. Overal zat okergele, klei-achtige modder en ik gleed telkens weer weg in mijn eigen teva-sandalen. Uiteindelijk kon ik toch de weg bereiken en gelukkig was er daar een klein stroompje waarin ik een deel van de modder van mijn sandalen, voeten en handen kon spoelen. Het probleem was dat ik daarna ook geen weg terug zag. De weg bleek in aanbouw te zijn en stopte plots. De enige route terug naar de straten erboven was dus weer tussen die huizen en tuintjes door. Gelukkig werd ik op dat moment gespot door een Vietnamese in een van de huizen boven mij, en nadat ze mij stevig had uitgelachen, wees ze mij wel de kortste weg naar de straat. Eenmaal terug werd ik wel wat nagekeken, maar het kon mij niet veel schelen. Ik was vooral blij dat ik nu de weg terug wist naar mijn hotel, meer specifiek mijn hotelkamer, meer specifiek de douche in mijn hotelkamer.
Na de douche schreef ik mijn vorige blogbericht, maar halverwege besefte ik plots dat het al redelijk laat was en ik wilde graag voor de volgende dag nog een echte trekking regelen, dus ik sloeg mijn bericht op en ging richting toerismebureau. Ik had namelijk gehoord van een paar organisaties die geleid worden door de lokale etnischge minderheden en dat interesseerde me wel. Een van deze organisaties bleek heel dichtbij te zijn en eenmaal in hun cafeetje ben ik de rest van de avond bij deze mensen blijven plakken.
Zowel het idee achter de organisatie als de mensen waren zo fijn dat ik nu al denk mijn laatste twee weken in Vietnam hier terug door te brengen zodat ik kan lesgeven in hun school. Het idee achter de organisatie is simpel. Sapa is erg toeristisch, maar de mensen die ervan profiteren zijn niet de lokale etnische minderheden. De meeste hotels, restaurants en reisagentschappen worden geleid door Vietnamezen van buitenaf of buitenlanders. Dit komt grotendeels omdat de lokale mensen stuk voor stuk leven van landbouw in kleine dorpen in de bergen. Ze hebben vaak tijd noch geld voor onderwijs en terwijl hun land enorm snel ontwikkelt en het leven duurder wordt, hebben zij weinig vooruitzichten. Sapa O'Chau probeert kinderen en jongeren te helpen door hen scholing aan te bieden en het organiseert trekkings waarbij de families die bezocht worden een rechtvaardig deel van de opbrengst krijgen. In hun cafeetje leerde ik onmiddelijk enkele vrijwilligers kennen en de initiatiefneemster Shu, een jonge moeder van Hmong-afkomst. (De Hmong zijn sterk vertegenwoordigd in de buurt van Sapa) Ze nodigden me onmiddellijk uit voor het avondeten en daarna ben ik met een paar vrijwilligers nog iets gaan drinken. In de bar was het grappig om het verschil te zien tussen de toeristen en de lokale jonge Vietnamezen. De toeristen kwamen naar de bar voor shisha (ja hoor, waterpijpen in Vietnam.), de locals omdat er een pooltafel stond. (Poolen is de nationale sport op het platteland denk ik. Ik heb de voorbije week overal oude pooltafels zien opduiken. Vaak stonden ze onder krakkemikkige afdakjes en had ik het idee dat ze onmogelijk bespeelbaar waren wegens oud/scheef/..., maar na de avond in de Misty Bar weet ik wel beter.) Tom en Jes van Sapa O'Chau wilden ook wel een spelletje spelen en nadat we op tergend trage wijze een spel een tegen twee hadden beeindigd, speelden we ook een paar spelletjes tegen twee Hmong-meisjes. Westerlingen-Hmonggirls 3-0, genant maar gezellig. Ondertussen stonden de lokale jongens te kijken en probeerden ze ons soms een handje te helpen, in mijn geval met bijzonder weinig resultaat.
De volgende dag vertrok ik dan voor drie dagen voor een tocht langs een aantal bergdorpen. Ik had gezien de toch hoge temperaturen maar niet gekozen voor een te zware route. De wandeling de eerste dag was heel mooi en ik werd vergezeld door een dodelijk vermoeid jong Brits koppel (nachtbus vanuit Hanoi), een Thaise dokter die net op pensioen was, en een Fransman. Tegen een uur of vier gingen de eerste drie terug naar Sapa, de Fransman Guillaume en ik zouden in het dorp overnachten. Die namiddag en avond zaten vol leuke verrassingen: Guillaume en ik hebben gezwommen in de rivier en dat leverde ons niet alleen veel aandacht op. We werden daarna ook door een Vietnamees koppel uitgenodigd om iets met hen te drinken en we kregen er gratis een traditioneel kruidenbad bij. De enige andere gast in de homestay die avond bleek Andrea te zijn die ik een week eerder had leren kennen en zij had dan weer een bar ontdekt verder in het dorp waar we de avond hebben doorgebracht met Vietnamese wijn (niet echt een aanrader) en zelfgemaakte appel-kaneelthee (serieuze aanrader, vooral als je de gigantische stukken kaneelschors zag die de uitbater gebruikte) en een Inglourious Bastards-spelletje (niet het recreatieve scalperen).
De volgende dag was er weer een prachtige wandeling en na de middag ging ik alleen verder met gids Hao. Die avond sliep ik in een dorp met merkelijk minder toeristen en at ik met de familie mee in de keuken, tussen het houtvuur en de tv. Het eten was super (morgen een boek- en eetpostje denk ik) en daarna hebben we gelachen met een Chinese, gedubde historische soap, het type waarbij de held steeds voor een ventilator staat zodat zijn haar sexy meewappert tijdens zijn dramatische dialogen: ik raadde waarover het ging en zat er natuurlijk continu naast. Tijdens de reclameblokken switchten ze naar het nieuws (sommige gewoontes zijn universeel) en ik begreep niets behalve de woorden Vietnam, Sarkozy en Francois Hollande (oh ja, er bestaat nog een buitenwereld.)
Vanmorgen heb ik dan met Hao nog een korte wandeling gemaakt in de buurt van het dorpje Ban Ho. Ik heb hem wat Frans geleerd tijdens een stop aan een kleine waterval en daarna zijn we terug naar boven geklommen naar een dorp waar de grote weg doorliep zodat we een busje terug naar Sapa konden nemen. En daar ben ik nu dus opnieuw.
Zowel het idee achter de organisatie als de mensen waren zo fijn dat ik nu al denk mijn laatste twee weken in Vietnam hier terug door te brengen zodat ik kan lesgeven in hun school. Het idee achter de organisatie is simpel. Sapa is erg toeristisch, maar de mensen die ervan profiteren zijn niet de lokale etnische minderheden. De meeste hotels, restaurants en reisagentschappen worden geleid door Vietnamezen van buitenaf of buitenlanders. Dit komt grotendeels omdat de lokale mensen stuk voor stuk leven van landbouw in kleine dorpen in de bergen. Ze hebben vaak tijd noch geld voor onderwijs en terwijl hun land enorm snel ontwikkelt en het leven duurder wordt, hebben zij weinig vooruitzichten. Sapa O'Chau probeert kinderen en jongeren te helpen door hen scholing aan te bieden en het organiseert trekkings waarbij de families die bezocht worden een rechtvaardig deel van de opbrengst krijgen. In hun cafeetje leerde ik onmiddelijk enkele vrijwilligers kennen en de initiatiefneemster Shu, een jonge moeder van Hmong-afkomst. (De Hmong zijn sterk vertegenwoordigd in de buurt van Sapa) Ze nodigden me onmiddellijk uit voor het avondeten en daarna ben ik met een paar vrijwilligers nog iets gaan drinken. In de bar was het grappig om het verschil te zien tussen de toeristen en de lokale jonge Vietnamezen. De toeristen kwamen naar de bar voor shisha (ja hoor, waterpijpen in Vietnam.), de locals omdat er een pooltafel stond. (Poolen is de nationale sport op het platteland denk ik. Ik heb de voorbije week overal oude pooltafels zien opduiken. Vaak stonden ze onder krakkemikkige afdakjes en had ik het idee dat ze onmogelijk bespeelbaar waren wegens oud/scheef/..., maar na de avond in de Misty Bar weet ik wel beter.) Tom en Jes van Sapa O'Chau wilden ook wel een spelletje spelen en nadat we op tergend trage wijze een spel een tegen twee hadden beeindigd, speelden we ook een paar spelletjes tegen twee Hmong-meisjes. Westerlingen-Hmonggirls 3-0, genant maar gezellig. Ondertussen stonden de lokale jongens te kijken en probeerden ze ons soms een handje te helpen, in mijn geval met bijzonder weinig resultaat.
De volgende dag vertrok ik dan voor drie dagen voor een tocht langs een aantal bergdorpen. Ik had gezien de toch hoge temperaturen maar niet gekozen voor een te zware route. De wandeling de eerste dag was heel mooi en ik werd vergezeld door een dodelijk vermoeid jong Brits koppel (nachtbus vanuit Hanoi), een Thaise dokter die net op pensioen was, en een Fransman. Tegen een uur of vier gingen de eerste drie terug naar Sapa, de Fransman Guillaume en ik zouden in het dorp overnachten. Die namiddag en avond zaten vol leuke verrassingen: Guillaume en ik hebben gezwommen in de rivier en dat leverde ons niet alleen veel aandacht op. We werden daarna ook door een Vietnamees koppel uitgenodigd om iets met hen te drinken en we kregen er gratis een traditioneel kruidenbad bij. De enige andere gast in de homestay die avond bleek Andrea te zijn die ik een week eerder had leren kennen en zij had dan weer een bar ontdekt verder in het dorp waar we de avond hebben doorgebracht met Vietnamese wijn (niet echt een aanrader) en zelfgemaakte appel-kaneelthee (serieuze aanrader, vooral als je de gigantische stukken kaneelschors zag die de uitbater gebruikte) en een Inglourious Bastards-spelletje (niet het recreatieve scalperen).
De volgende dag was er weer een prachtige wandeling en na de middag ging ik alleen verder met gids Hao. Die avond sliep ik in een dorp met merkelijk minder toeristen en at ik met de familie mee in de keuken, tussen het houtvuur en de tv. Het eten was super (morgen een boek- en eetpostje denk ik) en daarna hebben we gelachen met een Chinese, gedubde historische soap, het type waarbij de held steeds voor een ventilator staat zodat zijn haar sexy meewappert tijdens zijn dramatische dialogen: ik raadde waarover het ging en zat er natuurlijk continu naast. Tijdens de reclameblokken switchten ze naar het nieuws (sommige gewoontes zijn universeel) en ik begreep niets behalve de woorden Vietnam, Sarkozy en Francois Hollande (oh ja, er bestaat nog een buitenwereld.)
Vanmorgen heb ik dan met Hao nog een korte wandeling gemaakt in de buurt van het dorpje Ban Ho. Ik heb hem wat Frans geleerd tijdens een stop aan een kleine waterval en daarna zijn we terug naar boven geklommen naar een dorp waar de grote weg doorliep zodat we een busje terug naar Sapa konden nemen. En daar ben ik nu dus opnieuw.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten